De vormen en genres van de klassieke muziek zijn voornamelijk maar niet uitsluitend onder te verdelen in:
- Aria
- Cantate
- Concerto
- Mis
- Opera
- Oratorium
- Sonate
- Wals
Aria is een gezongen expressieve melodie welke veelal door een zanger of zangeres wordt gezongen. De ontwikkeling van de aria als stijl van zingen is nauw verwant aan het Camerata fiorentina met componist Monteverdi als belangrijk hoogtepunt.
Cantate is een muzikale compositie voor één of meer zangers, meestal bestaande uit meerdere delen en begeleid door instrumenten. De term ontstaat in de 17e eeuw om onderscheid te kunnen maken met de sonate. Van de 17e tot de 18e eeuw was het een populaire vorm van Italiaanse kamermuziek.
Concerto is een compositie waarbij verschillende instrumenten en/of instrumentengroepen met elkaar dialogeren of wedijveren. In de eerste plaats verschafte het concerto aan de solist de mogelijkheid zijn talent te laten zien en vooral ten horen te brengen. Bekend hierin is vooral Paganini een Italiaanse violist en componist.
Een mis is een eredienst van de katholieke kerk en in de klassieke muziek behelst het een vorm van kerkmuziek. Het muziekstuk neemt tijdens de mis verschillende vormen aan, zoals de vocale, meerstemmige missen van Palestrina en Byrd. De Hohe Messe van Bach, de Krönungsmesse en het Requiem van Mozart en de Missa Solemnis van Beethoven zijn ook bekende muziekstukken welke als mis kunnen worden beschouwd.
De opera ontstond met de Italiaanse opera rond 1600 en is een muzikaal muziekstuk. Opera’s behandelen in tegenstelling tot het operette en de musical vaak tragische tot zeer tragische thema’s. Bepaald werk rekent men bij algemene consensus tot de opera’s, maar valt een stuk niet onder de noemer opera, dan is het operette.
Een omvangrijk vocaal werk met een veelal geestelijke inhoud, gemaakt voor een orkest, koor of zang-solisten noemt men een oratorium. In tegenstelling tot een opera is er geen decor en zijn er geen kostuums. Als het oratorium het lijdensverhaal van de Christus tot uiting brengt, dan noemt men het oratorium een passie.
Een muziekstuk met meestal een vaste opbouw uit meerdere delen, vaak drie of vier, noemt men een sonate. De sonate komt uit de barokperiode, en de oervorm van de sonate vinden we bij Domenico Scarlatti, wie zijn werk niet als sonate maar als oefening (essercizi) bestempelde.
De wals is een parendans op driekwart maat, de Weense wals is een van de bekendste vormen van de wals. De Weense wals kent het kleinste aantal figuren van alle standaarddansen: De natural, de reverse (linkse en rechtse draai) en de fleckerl (spindraai).