Muziek gemaakt met elektronische muziekinstrumenten valt onder de noemer elektronische muziek. De term gebruikt men echter losjes. Zo bedoelde men in de tweede helft van de 20e eeuw vooral experimenten met elektronische instrumenten, die in contrast stonden met populaire of klassieke muziek. Als muziekgenre bedoelt men hoofdzakelijk muziek gemaakt met behulp van elektronische apparaten zoals synthesizers, samplers, computers en drummachines.
De eerste elektronische muziekinstrumenten worden uitgevonden. Een van de eerste was het telharmonium, ontwikkeld door Thaddeus Cahill in 1897. Het was echter met een gewicht van ruim zeven ton en zeer grote afmeting niet erg gebruiksvriendelijk. De theremin, door Léon Theremin uitgevonden omstreeks 1919, was het eerste praktische elektronische instrument. Vanaf het moment van deze uitvinding begon elektronische muziek langzaam haar opmars te maken.
Na de Tweede Wereldoorlog gebruikte steeds meer componisten elektronische instrumenten. Vooral de bandopnemers en de bouw van primitieve analoge synthesizers maakte de elektronische muziek steeds populairder. In 1950 maakte Bebe Baron in de Verenigde Staten de eerste muziek voor de magneetband. In New York ontstond eind jaren 50 een synthesizer, die oscillatoren met vacuümbuizen gebruikte en een eerste elektronische sequencer bevatte.
In de jaren 60 en 70 nam het gebruik van synthesizers in de muziekindustrie sterk toe. Artiesten als Wendy Carlos, Gershon Kingsley, Keith Emerson en bands als The Beach Boys en The Beatles maakte synthesizermuziek erg populair. In deze periode nam ook het gebruik van elektronische muziek voor films en televisie sterk toe.